Gedurende het eerste levensjaar leert een baby onvoorstelbaar veel; eerst lachen, gezichten herkennen en grijpen, en later eten met een lepel, kruipen en lopen. Ieder kind doet dit op zijn eigen manier, en in zijn eigen tempo. Bij de een gaat het allemaal vanzelf, en de ander heeft net dat duwtje in de rug nodig om het verder op weg te helpen. Geen paniek, wij kijken graag met jou en je kleintje mee.
Normaliter vindt een kind het prima om zowel het hoofd naar links als naar rechts gedraaid te hebben. Maar dat geldt niet voor alle kindjes. Om vele verschillende redenen kan er een voorkeur zijn ontstaan, waardoor de andere kant op draaien met het hoofd nauwelijks gebeurd of veel weerstand op levert. Hierdoor kan een baby meer moeite hebben met het ontwikkelen van de mijlpalen zoals rollen, zitten en kruipen. Daarnaast kan het ervoor zorgen dat het hoofdje afgeplat raakt.
Tijdens de eerste maanden na de geboorte is de schedel van de baby nog erg zacht. Als het hoofdje van de baby teveel naar een kant gedraaid staat, door bijvoorbeeld een voorkeurshouding, kan dit ervoor zorgen dat één kant van het hoofdje meer druk ondervind. Wat ervoor zorgt dat één kant afgeplat raakt. Dit kan zowel naar één van de zijkanten zijn maar dit kan ook een afplatting van het achterhoofd zijn wanneer je kindje teveel op zijn achterhoofd ligt.
Ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen manier. En dit is dan ook het belangrijkste wat we als therapeuten in de gaten willen houden. Niet ieder kind rolt met 6 maanden om en niet ieder kind loopt met 1 jaar.
Echter is het wel goed om in de gaten te houden of je kind vooruit blijft gaan of stagneert bij bepaalde mijlpalen. De reden van zo’n ontwikkel stop kan ook weer heel verschillend zijn. Wij kijken met jou en je kindje mee om te zien waarin we kunnen ondersteunen. Dit kan zijn in het stimuleren van het spelen in buiklig, het versterken van de zit of het begeleiden naar het staan of lopen.