Activiteiten voor de kerstvakantie

Kerstboom versieren

We oefenen met dit spel het kruisen van de middenlijn, het samenwerken van links en rechts, oog hand coordinatie, armsturing.

Je hebt nodig:

• een aantal sierkussens
• net zoveel aantal sokken bolletjes

Pak de sierkussens en maak daar de vorm van een kerstboom van. Laat je kind vervolgens op een klein afstand recht voor de kerstboom staan. Leg de helft van de sokken bolletjes links schuin voor je kind neer. En de andere helft schuin rechts voor je kind.

Het spel start door 1 bolletje per keer te pakken. Maaar…. die pakken we met de hand aan de overkant. Dus de rechterhand pakt één van de bolletjes aan de linkerkant. Je kind buigt daarbij door de benen om het bolletje van de grond te rapen. Als het weer staat mag het zelf weten met welke hand het gooit. Mik het bolletje op één van de sierkussens. Waardoor het lijkt alsof je een kerstbal in de boom hebt gegooid. Ligt het balletje op het kussen, dan pak je vervolgens met je andere hand (aan de overkant) een nieuw bolletje. Ga zo door totdat alle bolletjes op de sierkussens liggen.

Uitdaging: doe het spel staand op 1 been.

Sneeuwvlokjes vangen met de voeten

We oefenen met dit spel het kruisen van de middenlijn, het samenwerken van links en rechts en oog voet coordinatie.

Je hebt nodig:

• 2 bakjes of sierkussens
• 5 – 10 wattenbolletjes

Ga zitten op een laag bankje of krukje zodat je goed met je voeten bij de grond kunt. Leg 1 bakje een beetje naar links van je linkervoet en leg 1 bakje een beetje naar rechts voor je rechtervoet. Leg in 1 van de bakjes alle wattenbolletjes. Nu ga je met je voeten één wattenbolletje pakken en breng je die naar het andere bakje. Klem het bolletje goed onder je tenen en laat hem pas los wanneer je boven het andere bakje bent. Dit doe je met alle bolletjes totdat het bakje leeg is. Daarna is je andere voet aan de beurt om alle wattenbolletjes één voor één weer terug te brengen naar het eerste bakje.

Kerstboom met 2 handen maken

We oefenen: goed leren samenwerken tussen de linker en rechter lichaamshelft, het kruisen van de middenlijn, symmetrisch werken, een goede armsturing en eventueel ook een goede pengreep

Je hebt nodig:

• Een grote lege oppervlakte (douchewand, papier, scheerschuim op de tafel)
• Potloden, krijtjes, verfkwasten of je vingers

Start door te bepalen waar jouw kind die mooie kerstboom mag gaan maken. Is dat op papier, op een douchewand, met scheerschuim op tafel of nog zelfs iets anders. Daarna kies je een schrijfwaar uit waar je kind de kerstboom mee gaat maken.

Laat je kind recht voor de lege oppervlakte staan, zitten of zelfs liggen. start bij de top met 2 vingers of 2 schrijfgerei tegen elkaar en trek een schuine streep naar beneden. Ga 10x over dit spoortje heen en weer. Mocht je het leuk vinden zing je hierbij ” o dennenboom o dennenboom, wat zijn je takken wonderschoon”. vervolgens zet je 2 streepjes daaronder van links naar rechts. Ook dit gaat je kind weer met 2 handen tegelijk overtrekken. Ga zo door totdat je 3 driehoekjes hebt gekregen. Teken onder de boom de boomstam door met 2 handen tegelijk streepjes recht naar beneden te trekken en vervolgens naar elkaar toe van links naar rechts.

Als de basis van de boom af is, kun je met 2 handen tegelijk cirkels in de boom maken. Dit zijn de kerstballen voor in de boom.

Uitdaging: verander ook eens van vlak. Was het oppervlakte eerst plat (bijv op tafel of op de grond) zorg dat het oppervlak de volgende keer dan verticaal is. Stond je kind de eerste keer? Laat het dan nu liggen. Wissel het vlak en de positie van je kind.

 

Sneeuwballen gooien met de voeten

We oefenen: goed leren samenwerken tussen de boven- en onderkant van het lichaam, mikken, aansturing in de voeten, starten en stoppen van een beweging en kracht in de buikspieren

Je hebt nodig:

• Kleine knuffels of sokkenbolletjes
• Een bak

Plaats een bak op de grond en ga daar een klein stukje voor zitten op je billen. Voor je voeten leg je een stapeltje met knuffels of sokkenbollen neer. Je houdt je handen op de grond en gaat met je voeten een van de knuffels of bollen pakken. Die klem je goed tussen je voeten. Ondertussen rol je over je rug en zwiep je je benen tot over je hoofd. Zo gooi je je knuffel of bolletje in de bak. Let op! je mag hem er dus niet met je voeten inLEGGEN, maar hij moet gegooid worden. Ook belangrijk dat je op je rug blijft liggen en niet doorrolt in een koprol achterover.

Op deze manier probeer je alle knuffels of bolletjes in de bak gooien.